Wanneer de avond valt, begint Pjotr vol goede moed aan zijn taak. Maar al snel loopt het mis. Hij hapert, struikelt over zijn woorden en stamelt. De raadsheer slaat alarm: "Zo kan een prins toch niet voorlezen!" De koningin is in shock: "Dit gaat helemaal verkeerd!" Maar Pjotr begrijpt de ophef niet. "Mijn hoofd gaat gewoon sneller dan mijn mond," zegt hij. Wanhopig roept de koningin: "Haal die stotter eruit!" De raadsheer weet wel raad. Allerlei betweters, wonderdokters en de bemoeizuchtige raadsheer zelf proberen hem te helpen. Maar niets werkt. De stotter blijft. Langzaam verliest Pjotr zijn vertrouwen. Was er eerst niets aan de hand, nu lijkt hij opeens niet goed genoeg. Dat voelt oneerlijk. Woedend besluit hij alle stotterwoorden te verbannen. Weg ermee! De V, de S en de M schrapt hij uit de taal. Maar met de letters verdwijnen ook de dingen… De V van verdriet verdwijnt. De S van stotteren is weg. Maar ook de M van Mama. Mama weg? Dat was niet de bedoeling! Ze moet terug. Maar als zij terugkomt, komt het stotteren dan ook weer terug? En zal hij ooit goed genoeg zijn als prins?